Op de vlucht

In een uithoek van de krant viel te lezen dat professoren met lange verrekijkers een planeet hadden ontdekt die heel veel lijkt op onze aarde. Door de zinnen klonk een zucht van opluchting. Als we hier ooit allemaal vluchteling worden door stijgende zeespiegels en zo wereldwijd in hetzelfde kapseizende schuitje belanden, dan kan die onaangetaste bol waarschijnlijk dienen als ons laatste toevluchtsoord. Soms lijkt dat moment dichter bij dan nog heel veraf. Dat ze daar maar alvast beginnen met bouwen van wachtzalen die groot genoeg zijn zodat we geen dagen in een buitenaards park moeten slapen waar reusachtige insecten met onze koffers en laatste aardse boterhammen gaan lopen. Onze américain préparé zou hen trouwens slecht kunnen bevallen. Het zou ook getuigen van respect naar ons als vreemde gasten, om een tolk te laten aandraven die ons in een aardse taal te woord zou kunnen staan. Onvermijdelijk zullen we algauw de vraag krijgen wat we komen doen. "Onze wereld is zo ingewikkeld geworden. Vluchten heeft er geen zin. Ieder van ons dreigt vroeg of laat tegen een muur te lopen", zou ik vertellen aan een ambtenaar die misschien met vier oren naar me luistert, en me ongetwijfeld met minstens evenveel ogen argwanend aankijkt. Voorlopig kan zelfs de meest liegende mensensmokkelaar ons niet beloven veilig te stranden in een melkwegstelsel hier ver vandaan. De ideale wereld lijkt meer dan ooit lichtjaren verwijderd.

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0